Tegen de vier verdachten van een gewapende overval in Mijdrecht, waarbij voor meer dan 170.000 euro aan parfum werd buitgemaakt, zijn maandag onvoorwaardelijke celstraffen geëist van anderhalf jaar tot drie jaar en zes maanden.
Lees ook: Beveiligingsbeelden: overvallers maken €170.000 aan parfum buit bij overval Mijdrecht
Drie verdachten ontkennen ook maar iets met de zaak te maken te hebben. Toch achtte de officier van justitie de bewijslast voldoende om onvoorwaardelijke gevangenisstraffen te eisen. Tegenover de lange tijd die zit tussen de aanhouding en de rechtszaak - de overval was in december 2018 - staat dat de feiten zeer ernstig zijn. En volgens de officier van justitie kan van een maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf geen sprake zijn.
Tekst: Ad.nl
De overval was in de nacht van 17 op 18 december 2018. Medewerkers van het distributiecentrum van Hudson’s Bay aan de Industrieweg werden daarbij bedreigd met een vuurwapen en vastgebonden aan hekken in het gebouw. De daders leken precies te weten waar ze moesten zijn en zelfs hoe laat de beveiligers zouden worden afgelost. Het vijftal had ruim een uur nodig om de brandkasten open te krijgen waarin de parfum lag opgeslagen.
Een van de verdachten, A. O. (26) heeft als beveiliger in opleiding onder een andere naam (,,Ik had omdat ik nog in opleiding was geen eigen pas’’) bij XPO gewerkt. Hij zou er de nacht voor de overval nog hebben gewerkt. Voor de nacht van de overval had hij zich ziek gemeld. Hij ontkent iets met de overval te maken te hebben. ,,Iemand probeert mij ervoor te laten opdraaien.” Ook M. B. (42) ontkent er iets mee te maken te hebben.
Y. N (24) zegt, anders dan de andere verdachten, dat hij inderdaad bij de overval betrokken is geweest. Niet met de overval zelf. Wel stelde hij zijn bestelbus, een verlengde Mercedes Sprinter, beschikbaar toen hij de avond daaraan voorafgaand daarvoor werd benaderd. ,,Ik had niet veel tijd om na te denken.’’ Door wie hij is benaderd, weigert hij, ondanks vragen van de rechters, te zeggen. Hij wil niet met de vinger wijzen naar andere verdachten. ,,Dat houd ik voor mij zelf.”
Hij voelde wel dat het geen zuivere koffie was (hij wist dat het kenteken van zijn busje werd vervangen), maar hem was tienduizend euro aangeboden voor zijn medewerking. Bij het vervoer verleende hij hand- en spandiensten. Hij pakte, omdat de tijd begon te dringen, de tassen met ‘glimmende doosjes’ aan in zijn bestelbus, zei hij maandagochtend tegen de rechters.
N., die duidelijk maakt schoon schip te willen maken, zegt pas op dat moment te hebben beseft waar het om ging: ,,Er werd vooraf niet gezegd wat er vervoerd moest worden. Verder was alles al geregeld, werd me verteld. Ik dacht dat er een schuurtje of zo leeggehaald moest worden.” Bij binnenkomst in de opslag van Hudson’s Bay merkte hij wel dat het allemaal iets anders in elkaar stak. Volgens de officier van justitie had hij wel de gelegenheid na binnenkomst rechtsomkeert te maken en er niet verder bij betrokken te raken. ,,Ik weet niet meer wat ik toen dacht. Ik ben het gebouw ingelopen. Ja, was wel wat groter dan een schuurtje. Maar ik was er nu eenmaal. Er was geen weg meer terug.’’ Hij bekent tassen te hebben gevuld. ,,Ik dacht wel: waar ben ik nu in beland.’’ Een van de rechters vraagt of hij er niet aan heeft gedacht om te stoppen. ,,Nee, ik zou niet weten hoe dat had gemoeten.’’
Hij noemt het achteraf schandalig wat hij heeft gedaan. ,,Ik vind het niet bij mij passen. Jammer dat ik in zoiets ben beland. En dat onschuldige mensen hebben geleden.’’ Hij zegt geen vuurwapen te hebben gezien.
Op vragen van de officier van justitie zegt hij twee personen op de grond te hebben zien liggen. Zag niet dat ze geboeid waren. Dacht dat ze erbij hoorden, dat het een inside job was en dat ze zich hadden laten overmeesteren hiervoor.
Volgens het politieonderzoek moeten de daders bekend zijn geweest met de gang van zaken bij XPO Logistics waar de goederen van Hudson’s Bay lagen opgeslagen. Ze moeten geweten hebben waar zich de kluis bevond en bijvoorbeeld wanneer de beveiliging werd afgelost.
Dna-sporen op onder andere de laadkar waarmee in het distributiecentrum de parfums naar buiten werden gebracht, wijzen in de richting van verdachte K. L. (43), maar hij heeft steeds gezegd niet te weten hoe dat mogelijk is. Zijn dna zat ook op de tiewraps die zijn gebruikt om de beveiligers vast te binden. Die tiewraps zaten volgens hem in zijn scooter die eerder was gestolen.
Dat drie verdachten alle betrokkenheid ontkennen is reden voor de rechtbank uitvoerig stil te staan bij het uitvoerige telefoonverkeer (bellen, Wahtapp, sms’jes) ten tijde van de overval en de uren ervoor en erna. Na de overval zijn er WhatsAppberichten op de telefoon van O. gevonden. En screenshots op de galerij van zijn toestel. ,,Het nieuws van de overval werd verspreid onder collega’s’’, is de verklaring van O. daarvoor. In sms’jes van een ander aan O. gaat de beschuldigende vinger meermalen in zijn richting, ,,Dat is gedaan om mij zwart te maken’’, aldus O..
Volgens onderzoek naar het telefoonverkeer zou met een prepaidnummer, waarvan de politie vermoedt dat het van B was. naar het toestel van O. zijn gebeld kort voor de overval. En volgens de zendmastgegevens was dat vlakbij het distributiecentrum in Mijdrecht. O. zegt zich daar niets van te herinneren.
Een ander nummer zou van M.B. (42) zijn, maar in de rechtbank zegt hij zijn telefoonnummer van toen niet meer te weten. Zowel O. als B. zegt zich sowieso niets meer te herinneren van telefoongesprekken in die tijd. ,,Het is ook al zo lang geleden’’, aldus B. Hij zegt N., die naast hem in de rechtbank zit, niet eens te kennen.
Het kan zijn dat iemand anders zijn telefoon heeft gebruikt, geeft hij als verklaring voor de telefoongegevens die avond en nacht. ,,Ik zit wel eens in een koffiehuis en als iemand dan wil bellen, geef ik hem even mijn telefoon.’’
Rechter Charlotte van Ieperen houdt hem voor dat N. rond de overval wel veertien keer naar het toestel van B. heeft gebeld of whatsappberichten zijn verzonden. N. schudt zijn hoofd en N. kijkt stoïcijns voor zich uit.
O. blijft erbij niets met de gewapende overval te maken gehad te hebben, maar geeft wel toe drie keer onder die valse identiteitsgegevens dingen te hebben gestolen bij XPO. ,,Dat is stom geweest.’’ Onder andere in augustus voor de gewapende overval, toen ging het om kleding.
,,Er werd daar wel veel gestolen om het zomaar te zeggen. Het werd een beetje normaal gevonden daar. Inladen en wegrijden’’ O. laat zich bij herhaling niet verleiden anderen te beschuldigen. De buit werd opgeslagen in een opslagruimte in Breda. Alles werd verkocht. O. heeft er ongeveer 2100 euro aan verdiend. ,,Als ik er nu aan terugdenk, denk ik: het was niet normaal.’’ Stelen vindt hij net iets anders, niet zo heftig als de gewapende overval. ,,Dat gaat veel te ver.’’
Tegen twee van de vier verdachten, M. B. en K.L., zijn celstraffen geëist van drie jaar onvoorwaardelijk. Tegen A.O. die als bewaker werkte bij het bedrijf, komt er nog een half jaar bovenop, omdat hij nog enkele diefstallen op zijn naam heeft staan. Ook krijgt hij een boete van 2100 euro, gelijk aan het bedrag dat hij met de verkoop van de gestolen goederen heeft verdiend.
De enige bekennende verdachte, Y.N. komt er met minder straf af in de eis van de officier van justitie Ronald Craenen. Hij was medepleger, maar geen mede-initiatiefnemer. Ook het feit dat hij maandag in de rechtbank een bekentenis heeft afgelegd, spreekt in zijn voordeel. Hij moet, als het aan de officier van justitie ligt, anderhalf jaar de cel in. Ook hij moet een boete van 2100 euro betalen, vanwege de opbrengst van gestolen goederen.
laatst bijgewerkt op: 15 mei 2023 18:26