De VRU (Veiligheidsregio Utrecht) heeft een interview gehouden met Martin van de brandweerpost Vinkeveen. Hij was hulpverlener bij een ernstig incident in Vinkeveen. Lees hieronder het hele interview:
Martin: “We zagen een arm uit het voertuig en dachten dat het al te laat was”
“Het is vrijdagavond 10 februari iets na 22.30 uur. Ik zit rustig op de bank te relaxen als de pieper gaat: ‘voertuig te water’. Ik kijk naar de locatie: ‘Wat apart’, schiet het door mij heen. De locatie is net buiten de bebouwde kom, maar er is daar geen groot open water, alleen kleine slootjes. Hoe raakt een voertuig daar te water?''
Lees ook: Auto op z'n kop te water: brandweer bevrijdt bestuurder
“Ik heb net de bevelvoerders opleiding afgerond en dit is de eerste keer dat ik tijdens mijn dienstweek word opgeroepen. Met gezonde spanning snel ik richting de kazerne en probeer mij ondertussen alvast een beeld te schetsen van wat mijn ploeg zo zal aantreffen. Als ik bij de kazerne ben, zie ik de ambulance net richting het incident rijden. ‘Dat is mooi’, denk ik. ‘Dan is die alvast in de buurt’.
Onderweg naar het incident begrijpen we dat het menens is. De melding van een voertuig te water kwam van een mevrouw die naast de plaats van het incident woont. De meldster hoorde een flinke klap en zag een auto op zijn kop in het water liggen, maar ze had er niemand uit zien komen. ‘Dat is foute boel’, zeg ik tegen mijn collega’s. ‘Op een koude avond in februari kun je maar beter niet te lang het water liggen.’ Ik vreesde ervoor dat het mogelijk al te laat was.
Omdat de auto op zijn kop ligt, zit het slachtoffer vast in het voertuig en kan er niet zelfstandig uitkomen. Daar hadden we al rekening mee gehouden en onderweg heb ik een plan gemaakt en de taken verdeeld. Zo hoeven we daar ter plaatse niet meer over na te denken. Ook houden we rekening met meer inzittenden. We bereiden ons voor op het mogelijk reanimeren van meerdere slachtoffers.
Als we aankomen, wachten de politie en de ambulance ons machteloos op. Zij hebben beiden geen middelen om de auto te kantelen en dus zit er niks anders op dan te wachten op de brandweer. Als we naar de auto toelopen, zien we de arm van het slachtoffer uit het raam steken. Het geheel ziet er in het maanlicht wat luguber uit. Gelukkig zijn we goed geoefend en weten we wat we moeten doen in zo’n situatie. Ook heb ik vertrouwen in mijn team. We gaan snel aan de slag.
Het lukt ons in eerste instantie niet goed om met onze brandweerauto bij het slachtoffer te komen. De auto ligt in de verkeerde richting van de weg. We willen de auto omdraaien door hem aan ons voertuig te verbinden, maar we kunnen niet goed voor de auto komen. Uiteindelijk lukt het om een zogeheten ‘hijsband’ om het voorwiel te bevestigen en kunnen we met alle vereende krachten de auto omdraaien. Via de voorruit kunnen we bij het slachtoffer komen en hem uit het voertuig halen. Ondanks dat de auto total loss is, is het slachtoffer bij kennis en zit niet bekneld. Na een paar handelingen staat de man tussen ons op de weg. Nadat we het slachtoffer voor controle hebben overgedragen aan de ambulance, komen we met elkaar even op adem. En dan komt het besef: ‘zo, dat hebben we toch maar mooi met elkaar gedaan.’
Na afloop praten we nog even met elkaar na: ‘dat had heel anders kunnen aflopen voor deze meneer’. Als de meldster van het incident niet thuis was geweest, was de auto waarschijnlijk veel te laat opgemerkt. Zo’n auto zakt steeds verder weg in de prut en ook onderkoeling ligt op de loer. Wonder boven wonder is het slachtoffer er zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Alles zat mee: een snelle alarmering door de omwonende, de ambulance en politie die snel ter plaatse waren en ook als brandweer hebben we een snelle inzet kunnen leveren. Het was een heel bijzonder incident, waarna je extra dankbaar bent dat we als brandweer het verschil konden maken. We kregen na afloop zelf nog een taart van de collega’s van politie, als bedankje en om nog even na te praten. Want bij zo’n incident blijkt maar weer: iedere seconde telt.”
Tekst: VRU.nl
laatst bijgewerkt op: 10 mei 2023 14:01