Een aantal bewoners van het woonwagenkampje aan de Molenland in Wilnis heeft dinsdag gedemonstreerd voor het gemeentehuis in Mijdrecht. Ze riepen dat de gemeente ‘discrimineert’.
De woonwagenbewoners voelen zich gesterkt door een recente uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens (CvdRM), die twee weken geleden tot dezelfde conclusie kwam. ,,Wij vinden het niet kunnen dat de gemeente het vonnis ontkent’’, zegt woordvoerder Driekus van Wanrooy. ,,We verwachten van de gemeente dat we gelijk behandeld worden met andere woningzoekenden en ze niet discrimineert op ras. Wanneer mensen zich inschrijven voor een sociale huurwoning, hebben ze bij wijze van spreke een wachttijd van 7 jaar. Ik sta al 25 jaar ingeschreven en heb nog geen standplaats.’’
De gemeente De Ronde Venen liet vorige week al weten ‘zeer teleurgesteld’ te zijn in de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens. ,,De gemeente herkent zich niet in het oordeel dat De Ronde Venen woonwagenbewoners discrimineert. De gemeente zet zich al jarenlang in om het woonwagencentrum te revitaliseren en het aantal legale staanplaatsen uit te breiden van zes naar negen. De bewoners willen echter niet meewerken.’’
Het CvdRM signaleert echter dat er ook na opknappen van het kamp geen ruimte is voor zeker drie mensen die er wel graag willen wonen. Ook elders in de De Ronde Venen is die er niet. Bovendien heeft de gemeente ook geen beleid om nieuwe woonwagenplaatsen te creëren. Volgens het CVDRM is een gemeente verplicht een woonwagen aan te bieden als hier behoefte aan is.
De gemeente zegt in elk geval de behoefte aan standplaatsen in beeld te brengen. Daarnaast moet ze echter ook voor 12 november bij het CvdRM aangeven wat ze gaat doen aan de ongelijkheid tussen ‘gewone’ huurders en de woonwagenbewoners op de woningmarkt.
laatst bijgewerkt op: 4 nov 2020 10:17
